Vrachtwagenfabrikanten hebben hun kritiek op de Europese regelgeving inzake CO2-uitstoot van zware voertuigen afgezwakt.
Zijn ze van gedachten veranderd? Misschien, maar het was eerder het gevolg van de toenemende druk van regelgevers.
Nu kiezen ze liever niet voor wetgeving, maar richten ze zich op het gebrek aan oplaadinfrastructuur in steden en snelwegen.
Begin december was er een duidelijke toonverandering, toen de European Automobile Association met journalisten sprak over de positie van de industrie ten aanzien van CO2-emissienormen.
Joachim Drees, CEO van MAN Truck and Bus en voorzitter van de raad van bestuur van bedrijfsvoertuigen van ACEA, zei: “We zijn bezorgd dat er een algemene misvatting bestaat dat de industrie tegen de invoering van CO2-emissienormen voor onze sector is.
Drees vervolgde: “Laten we absoluut duidelijk zijn – we vechten niet tegen de regelgeving, we zijn vastbesloten om de CO2-uitstoot te verminderen. Waar we voor vechten, is een gebalanceerde regelgeving. “
Toen oorspronkelijk werd aangekondigd dat het Europees Parlement van plan was de ontwerpverordening inzake CO2-emissies van vrachtwagens aan te scherpen, hielden fabrikanten zich niet in.
Sindsdien is de toon veel enthousiaster geworden, met vrachtwagenfabrikanten die erkennen dat elektrificatie wellicht sneller moet plaatsvinden dan ze hadden gewenst.