Een aantal EU-landen hebben de maximumsnelheid op landwegen opnieuw geëvalueerd.
Spanje heeft de maximumsnelheid op de belangrijkste landelijke wegen van 100 km/uur tot 90 km/uur verlaagd. Meer dan 2.700 verkeerstekens zijn gewijzigd voor een bedrag van € 526.000.
In Duitsland is er toenemende druk om een snelheidsbeperking in te voeren voor de Autobahnen van het land.
De twee landen hebben verschillende redenen om deze wijzigingen aan te brengen. Spanje wil een van de veiligste landen van het continent worden voor chauffeurs in plattelandsgebieden. Dat betekent dat het aantal sterfgevallen per miljoen mensen elk jaar tot onder de 30 moet worden teruggebracht. In Spanje is dit cijfer momenteel 39.
Voor Duitsland gaat het om meer over vervuiling en CO2-emissies (maar het verminderen van verkeersdoden maakt ook deel uit van het debat).
Gegevens uit 2017 laten zien dat Zweden en het VK de laagste verkeersdoden per miljoen inwoners in de EU hebben.
In Frankrijk is de maximumsnelheid op landwegen met 10 km/uur naar 80 km/uur verminderd. Deze beslissing heeft een sleutelrol gespeeld in de beweging ‘gilets jaunes’ en velen beschouwen het als een teken van het stedelijke elitarisme van president Macron. Bijna 60% van het Franse netwerk van flitspalen is als onderdeel van de protesten vernield.
In Oostenrijk is de situatie een beetje anders. De minister van transport Norbert Hofer voert een pilot uit om de Autobahn-limiet te verhogen van 130 km/uur naar 140 km/u.
Ik vermoed dat Norbert iets van een snelheidsfreak is. Als je in een vrachtwagen rijdt, dan weet je dat er daar genoeg van zijn.