Share This Post

EU / Milieu / Uncategorised

De wegvervoerders en spoorvervoerders van Europa moeten samenwerken

De wegvervoerders en spoorvervoerders van Europa moeten samenwerken

Werk met ons, niet tegen ons.

Dat is wat de gecontaineriseerde goederenvervoer industrie van Europa zegt tegen mensen in het wegvervoer. Het is een eenvoudige boodschap, maar wel een die komt op een cruciaal moment.

Het is geen geheim dat het wegtransport al geruime tijd het marktaandeel van het goederenvervoer per spoor opslorpt. Het vrachtvervoer per spoor bedraagt ​​momenteel ongeveer 11%, waarbij veel vervoerders de voorkeur geven aan de betrouwbaarheid en kostenbesparingen die het wegtransport met zich meebrengt. Als je echter denkt dat het bericht suggereert dat het spoortransport zich in een zwakke positie bevindt, dan heb je het mis.

Tussen nu en 2030 zal er 30% meer vracht worden vervoerd door de Europese Unie. Dat is te veel voor het wegtransport om in zijn eentje te doen. Het zou onmogelijk zijn om het aantal wegen in heel Europa te bouwen dat nodig is om de vracht van de toekomst te verwerken. Echter, met een beetje samenwerking en als het spoortransport een grotere rol krijgt, dan zullen deze volumes geen probleem zijn.

Deze vracht stijging zal te danken zijn aan een aantal factoren: groei in containervolume Azië-Europa; een toename van het volume tussen China en Europa per spoor; en een toename van het luchtvracht volume waardoor luchthavens, waaronder Amsterdam Schiphol, plaatsen voor vrachtvliegtuigen beperken.

Daarbij komt nog de toenemende druk van regelgevers om vracht van de weg naar het spoor te verplaatsen vanuit een perspectief voor milieu, verkeersveiligheid en groot volume-efficiëntie.

De beste manier om vooruit te komen is ervoor te zorgen dat weg- en spoorvervoer elkaar aanvullen (en niet concurreren).

Jean-Pierre Loubinoux, directeur-generaal van de International Union of Railways (UIC), zei hierover: “Elke modus heeft zijn eigen voordeel om op de markt te brengen en spoor is slechts een deel van de keten van multimodaliteit.

“Om te slagen, moeten spoor- en wegtransport de handen ineenslaan en samen de markt laten groeien in plaats van te strijden voor een marktaandeel. Het is in beider belang en elke modus vult de andere aan.”

Sprekend tijdens de Global Rail Freight Conference in Genua in juni, was Marie-Helene Vanderpool, verantwoordelijk voor de externe betrekkingen voor intermodaal vervoer bij de International Road Transport Union, het hiermee eens.

“We kunnen plaatsen bereiken die transport per spoor niet kan bereiken,” legde Vanderpool uit. “Er is veel lippendienst aan samenwerking gegeven, maar het is een feit. De handel neemt toe en er zal genoeg vracht zijn voor alle vervoerswijzen om te kunnen vervoeren. “

Het wegtransport is echter een felle concurrent voor het spoorvervoer op het gebied van innovatie. De dreiging van truck platooning is bijvoorbeeld niet onopgemerkt gebleven. Het heeft het potentieel om de kosten van het vrachtvervoer in het komende decennium met 30% te laten dalen, maar het vormt ook een bedreiging voor de banen van vrachtwagenchauffeurs en het spoorvervoer.

Het wegtransport heerst in historisch opzicht in het grootste deel van Europa. Frankrijk geeft bijvoorbeeld voorrang aan het personenvervoer in plaats van in het goederenvervoer per spoor, het gebruikt EU-financiering voor de ontwikkeling van hogesnelheidstreinnetwerken en vertoont geen tekenen van vermindering van het gewicht van het wegtransport in het land.

De Europese goederentreinen hebben gemiddelde snelheden van 18-30 km per uur, terwijl de gemiddelde snelheid van een vrachtwagen 60 km per uur is.

Kortom, het wegtransport in Europa is goedkoper en sneller, maar de toekomst moet een combinatie van weg- en spoorvervoer zijn – voor ieders voordeel.

Kunnen de Europese wegvervoerders en spoorvervoerders samenwerken?

Share This Post